Niemand wordt als slecht mens geboren, zo heb ik altijd gedacht. Ook al twijfelen velen daaraan, getuige de achterdocht, tweespalt en geweld om ons heen. Het reent uitgekomen (en nu al besteseller) boek van Rutger Bregman ‘ De meeste mensen deugen’ sterkt me in die overtuiging. Je kan er natuurlijk staat op maken dat Bregman op dat standpunt stevig aangepakt wordt. Maar hij overtuigt door zijn gedegen benadering van het thema. Lees hoofdstukken als ‘Hoe empathie verbindt’ en ‘De Kracht van intrinsieke motivatie’ en oordeel zelf. En lees hoofdstuk 17 ‘Het beste medicijn tegen haat, racisme en vooroordelen’ en zie hoe hij een belangrijke functie toekent aan, ja zeker, contact.
Voor de positieve effecten daarvan verwijst hij naar onderzoekers als Gordon Allport, de psycholoog van de contacthypothese zoals Bregman hem noemt en Thomas Pettigrew, een leerling van Allport. Voor mij een openbaring, ik kende beide onderzoekers gek genoeg niet. Pettgrew presenteerde in 2006 een uitgebreid onderzoek dat de theorie van Allport stevig onderbouwde. De conclusie: contact werkt. Sterker nog, er is weinig in de sociale wetenschap waar meer bewijs voor is. Contact leidt tot meer vertrouwen, meer saamhorigheid en meer hulp over en weer. Het helpt de wereld te zien door de ogen van de ander. En het verandert je als persoon: mensen met een diverse vriendengroep zijn ook toleranter tegenover vreemden. Maar, vertelt Bregman, deze laten ook zin dat contact een kwetsbare aangelegenheid is. een negatieve ervaring komt extra hard aan.
Mooi om mijn eigen ervaringen in het werken met organisaties zo grondig bevestigd te zien. Negatieve beeldvorming tussen leiding en medewerkers en tussen afdelingen en teams verdwijnt wanneer er intensiever en beter contact is. Dan blijkt de andere partij toch ook goede eigenschappen te hebben. De samenwerking wordt consrtuctiever en het vertrouwen in elkaar groeit. Maar het moet ook verzorgd en onderhouden worden. Want vertrouwen komt te voet en gaat te paard.