Het heeft iets wreeds

Ik was bij mijn oogarts dr.S. voor controle. Doe ik regelmatig, mijn linker oog heeft een oogziekte.  Na de metingen en de controle vroeg ik hem hoe het was om ‘groter geworden te zijn?’  Dr.S  is in 2012 namelijk  met zijn collega dr. P. een eigen oogkliniek gestart onder de vlag van een kleine landelijke koepel. Ik was toentertijd een van hun eerste patienten en voelde me daar wel bij. Die koepel is echter halverwege vorig jaar overgenomen door een groot conglomeraat met een veel zakelijker en commerciele uitstraling.

dr.S zette zich na mijn vraag  schrap: nou, zei hij, sinds de overname hebben we de nieuwe directie nog nooit gezien. Dat werkt zo vervreemdend, want hoewel we onze eigen gang kunnen gaan,  voelen we geen enkele binding met de nieuwe organisatie.  En dat is niet fijn.  Ik zei hem dat ik het jammer vond dat de oude naam  verloren was gegaan. Nou , zij hij, en trok op zijn kenmerkende rustige manier van leer, ook het hele concept waar we op ingetekend hebben is weg. Het doet er eigenlijk niet meer zo toe, als we maar met winst draaien. Eigenlijk, zei ik,  zitten jullie dus een beetje in de rouw. Hij beaamde dat: ja, want het heeft iets wreeds, alsof iets waar je warm voor loopt, zomaar wordt afgepakt. Zonder dat je er iets tegen kunt doen.

Ineens viel het me op dat hij onder de nieuwe batch de oude naam nog op zijn witte  doktersjas had zitten. Stiekem zo laten hoor, zei ik, dan blijft ter tenminste de naam nog in leven. Hij glimlachte treurig en vertrok definitief naar het belendende vertrek. In de auto zat ik nog wat na te sudderen: waarom moeten dit soort processen zo vaak ‘uit contact’ verlopen, dacht ik. Het is toch niet zo moeilijk om het ‘inclusief de direct betrokkenen’ te doen?  Maar kennelijk ga je dat echt pas zien als je het door hebt. Krijgt  die duvelse J.C  toch weer gelijk.